Hoe zeer mijn ironmans dit jaar mijn kalender innamen merkte ik toch dat ik na Tallinn even het zwemmen vergat en me volledig op het WK richtte. Ik vond ergens onderin een kast nog een serieuze tand om bij te steken en die specifieke Zofingen traingen te doen. Dat ging allemaal heel goed en maakte dat ik me enorm klaar voelde om de regenboogstrijd aan te gaan met iedereen. Ik kwam donderdag aan in Zwitserland en reed nog snel een lusje op het nieuwe parcours. Ondanks de uren in de auto ging dat enorm goed. Zo van die schaarse dagen dat je moet stoppen om je vermogensmeter te kalibreren omdat je moeilijk gelooft wat je op je scherm ziet. Dat je besluit niet naar het kleine blad te schakelen want het is nog maar 1 km bergop… De volgende dagen deed ik, bijgelovig als ik ben, alles hetzelfde als in die andere Zofingen jaren. Er was geen vuiltje aan de lucht toen ik zondag om 9u ’s ochtends aan de start stond.
De hoofdoorzaak van mijn opgave werd echter al gevonden en opgelost door Joeri Van Houtem. De alom gebruikte locker 289 in Sportoase blijkt vervloekt te zijn. De oplossing beperkt zich dus enkel tot het niet meer gebruiken van locker 289! Lang leve locker 287!
Bedankt voor de vele lieve berichtjes die ik kreeg. Ik kom dat wel te boven en weet nog goed hoelang een jaar duurt, dus zal ik de dagen weer aftellen net als vorig jaar!