Bedankt aan de vele supporters die op post waren en op naar La Roche voor Predator III, Rise of the Predator.
Na Bilzen had ik de smaak van het zwemmen wel te pakken, dus verdubbelde ik de zwemafstand. In mijn eigen Leuven startte ik voor een halve triathlon, dat daar dan 1.9km gezwommen moest worden was een detail. Dat gebeurde immers in de plas van Rotselaar, mijn trainingsplas en die van de Predator, de schrik van de plas. Heel wat anders dan dat eentonige Albertkanaal van 2 weken geleden. Andere atleten hadden minder schrik van de predator wetsuit, ik kreeg na de start toch de nodige klappen te incasseren. Na een halfuur kwam ik uit het water met een kleine 10 minuten achterstand op leider Willem Brems. Ik was misschien iets te euforisch dat ik het zwemmen overleefd had want ik kreeg de Predator niet vlot uit. Het beest wou me gewoon niet loslaten. Ik ben dat pak echt wel deftig aan het promoten moet ik zeggen. Ik begon dus als 145ste aan mijn 90km fietsen. Amaai Seppe 145ste dat is toch niet zo goed gezwommen dan? Laten we het een voorzichtige start noemen en een puike prestatie van 144 goeie zwemmers. Eens op de fiets ging het richting Leuven met de wind op de kop. Ik begon dus aan mijn inhaalrace/marketingcampgne voor mijn Orbea Ordu. Ik roep dan ook iedereen die ik voorbij rijd dat het gewoon aan de fiets ligt. Voor de dichtstbijzijnde verkooppunten door te geven heb ik de tijd dan weer niet. Vooral op de Keizersberg (Wij Leuvenaren zeggen Boulenberg) ging ik goed naar boven. Ik zou mezelf graag tot koning van de Keizersberg willen kronen maar we weten allemaal dat dat Ruud Nolmans is, die daar bij de nieuwelingen de tegenstand degradeerde tot figuranten waaronder mezelf als 15-jarige snotneus. Maar ik dwaal weer af, ik was mij dus een weg naar voor aan het werken en werken was het vandaag, ik had geen super gevoel op de fiets maar dat lag misschien eerder aan de felle wind en de slechtste betonbaan in Leuven en omstreken. Het enige waar ik aan kon denken was: ik ben weer eenzaam in Leuven, ik vraag me af, wat doe ik hier? Vanuit de ramen, vanuit de deuren bekijkt men mij, dit opgejaagd dier. Tot zover mijn Niki Terpstra moment. Ik reed tot bij mede Helleganger Bart Borghs en liet hem achter, goed van af dacht ik toen. Ik reed de top-10 binnen en kon als 6de wisselen en aan de afsluitende ½ marathon beginnen. Ik liep redelijk vlot naar plek 5 en kreeg dan Geert Janssens in het vizier. Ik ging hem voorbij en ik kwam dichter op nummer 3 in de wedstrijd Hannes Cool. Ik begon echt in dat podium te geloven. Mijn loopstijl werd (nog) wat hoekiger en ik kreeg het best zwaar op het einde. En dan plots op een goeie 3 km van het einde kwam daar Bart terug. Ik dacht dat ik snel aan het lopen was maar Bart die vloog gewoon. Het leek wel alsof hij 3 jaar Hel frustraties van zich afliep en terecht. Als ik het iemand gun is het Bart wel, wij zijn al een paar keer samen door de hel gegaan dus dat schept wel een band. Ik moedigde hem nog wat aan dat hij naar het podium kon lopen en dat deed hij. Ik dus terug naar de 5de plek maar even verder ging ik Willem Brems voorbij en kon ik dat podium weer ruiken. In de verte zag ik het podium nog lopen maar het was te ver. Bart Schrooyen won de wedstrijd voor Bart Borghs en Hannes Cool ik werd 4de op 1.25 van de winnaar. Een pak gemengde gevoelens na de aankomst. Blij met de spannende wedstrijd maar vooral ontgoocheling van het gemiste podium. En wat is nu een minuut 25 als je er 10 in het water laat liggen?
Bedankt aan de vele supporters die op post waren en op naar La Roche voor Predator III, Rise of the Predator.
0 Reacties
Na mijn Belgische titel was het vooral zaak om mijn voetjes op de grond te houden: Mijn vrouw en ik hadden al een driekleur aan onze gevel gehangen, ik nam de telefoon op met de woorden: Goeiemorgen met de Belgische kampioen duathlon en ik had bijna de contouren van het Belgische land laten tatoeeren onder mijn arm. Het beste wat je dan kan overkomen is eens goed op je doos krijgen, triathlon is daar uitermate geschikt voor omdat er daar al eens gezwommen wordt en dat niet meteen mijn sterkste punt is. Zo gebeurde het dat ik zondag om 13uur in het albertkanaal lag met een pak lotgenoten. Of dat niet koud was? Dat viel nog mee aangezien ik door mijn sponsor Orca over een topwetsuit beschik. Hoewel sponsor eerder werkgever is, maar dat terzijde. Die topwetsuit heeft trouwens de naam Predator wat mij dan meer doet denken aan die film waar ik als kind weken niet van kon slapen. In het water was ik allesbehalve een Predator, maar ik snap dat je als producent van wetsuits met een naam als Plankton niet veel pakken gaat verkopen. Ik bewees vooral dat je met zo een top pak ook traag kan zwemmen. Die kilometer zwemmen was dus geen succes. Ik ga daar niet te veel woorden aan vuil maken. Ik verloor meer als 5 minuten en was vooral content dat ik naar mijn fiets kon lopen. Deze liep ik dan nog voorbij aangezien mijn helm op de grond lag. Op de fiets ging het mij beter af, langs het kanaal ging het toch wat vlotter als in het kanaal en zo begon ik aan een inhaalrace. Ik kwam als 97ste op de fiets en reed vlot naar de top-20. Van dan af ging het inhalen iets moeilijker, al kreeg ik hoop toen ik op het einde van de 100km fietsen ploegmaat Wouter zag rijden, toch een voordeel die fluo helmen. Wouter, ik verdenk hem ervan kieuwen te hebben zat sowieso in de kop van de wedstrijd dus ik was maar wat blij dat ik voor de wissel kon aansluiten bij zijn groepje. Mijn schoenen vond ik vlotter als mijn fiets, aangezien ik nieuwe witte scott racerockers ter beschikking heb. Ik liep meteen naar de 6de plaats en kreeg het gezelschap van de Oekrainer Anton Blokkin. Ik mag wel Anton zeggen na 10km samen lopen. We liepen Tom Van de Keere nog voorbij en streden zo voor een 5de plek en dus ook voor het laatste beetje prijzengeld. We gingen samen de laatste kilometer in toen ik besefte dat ik nog nooit had moeten spurten op het einde van een wedstrijd. De Birger Leys tactiek om als eerste aan te zetten blijkt in het lopen toch minder goed uit te pakken. Ik werd dus 6de en Anton ging met de laatste Roebels aan de haal. Wat ik geleerd heb na mijn eerste triathlon van het jaar, niet bijzonder veel. Dat ik nog wat zwemervaring mis, dat ik snel kan fietsen (41.5gem) en vervolgens nog goed kan lopen. De triathlonkop is eraf, volgende afspraak is de halve triathlon van Leuven. Naar het schijnt nog meer zwemmen als in Bilzen…
Het Belgisch kampioenschap lange afstand duathlon werd georganiseerd in Luxemburg, neen niet in de provincie maar in het Groot Hertogdom. Mijn laatste sportieve prestaties daar dateren van de Fleche du Sud in mijn laatste jaar als wielrenner. Dat was een 5 daagse wedstrijd, maar hoe wij daar als klein ploegje aan de start stonden is mij nog steeds een raadsel. We werden daar werkelijk van het kastje naar de muur gereden en nog eens terug ook. Ik weet nog hoe we voluit moesten gaan in de tijdrit om toch maar binnen tijd aan te komen, hoe we in de laatste rit 120km moesten wachten voor de vroege vlucht eindelijk vertrok en ik dus 120km lang naar de derailleur van ploegmaat Birger zat te staren. Ik werd daar vlotjes op een kwartier gereden samen met mijn voltallige ploeg. De organisatie van de Powerman duathlon moet die wanprestatie ook opgemerkt hebben want de favorieten kregen de nummer 1 tot 10. Ik kreeg nr 137. . . Mijn voorbereiding op dit Bk was goed. Na Horst was ik redelijk ontgoocheld en was het even nadenken met de coach wat anders en beter kon. Maar ik bleef vooral goed trainen. Ik reed als voorbereiding nog het Pk wielrennen in Kortenaken Stok. 150km in de gietende regen was nu niet meteen de beste voorbereiding, ik miste de goeie vlucht en reed lek op 3 km van de meet en werd daar uiteindelijk 22ste. Zaterdag verkende ik het Luxemburgse parcours en dat stond me wel aan. Het was een mini Zofingen, dat dus behoorlijk lastig was in zowel het lopen als het fietsen. Zondag werd er eerst 10 km gelopen in twee rondes. Ik kon de eerste ronde volgen bij een kopgroep van 5. Met daarbij Pieter Rijnders, Glen Laurens, Francois Reding en wereldkampioen Gael Le Bellec. Op een goeie 2 km van de wissel moest ik overschakelen op mijn eigen tempo en de 4 laten lopen maar door een snelle wissel zat ik op de fiets terug in hun wiel (op 12 meter hé). In tegenstelling tot in Horst voelde ik meteen dat ik mijn fietsbenen nog is bij had. Ik schoof door naar de 2de plek op de eerste klim en nam de leiding over van Gael. Ik had het de dag ervoor nog tegen mijn vrouw gezegd toen ik het parcours met haar reed: Vanaf de Amerikaanse vlag in het dorpje Gralingen was mijn moment daar. Wat volgde was een golvend stuk waar je goed door kon duwen en dat deed ik. De Belgen moesten lossen en ook de wereldkampioen leek het even moeilijk te hebben. Het was een leuk moment eens op kop te rijden in een Powerman wedstrijd. De 2de beklimming was de wereldkampioen echter ijzersterk en plaatste hij een indrukwekkende versnelling deze kon ik niet beantwoorden. Boven pakte ik nog een drinkbus aan van mijn persoonlijke moto man Bobby. Ik kwam dus op anderhalve minuut van Gael de wissel in voor het laatste lopen. Glen volgde als 3de op 2 minuten en nog verder volgde Pieter Rijnders. Het lopen ging goed, ik kwam niet dichter op de 1ste maar behield mijn mooie bonus op de andere Belgen. Zo werd ik dus 2de in de wedstrijd achter Gael Le Bellec, maar wel Belgisch kampioen voor Glen Laurens en Pieter Rijnders. Na drie keer vice Belgisch kampioen doet dat echt wel deugd. Volgende week volgt een triathlon in Bilzen, het schijnt dat daar gezwommen wordt....
|
Archives
Januari 2020
Categories |