Volgende week het strand op met de fiets: Beachrace De Panne
Ok waar waren we gebleven, juist ik had dus een marathon gelopen in Amsterdam en was daar een beetje op de atletiek wetten gebotst. Mensen wat heb ik mij moeten inhouden om de week erop niet nog een marathon poging te wagen, maar daarmee zou ik de atletiekgoden een beetje teveel uitdagen zeker. Trainer Stefaan wist dat gelukkig uit mijn hoofd te praten en een halve marathon kon er nog net door omdat dat nog iet of wat in de voorbereiding van de laatste 2 doelen van het seizoen past. Want ja, ondertussen zit ik weer in die voorbereidingsfase op de Hel, waar je traint in de donker en de kou en hoopt geen blessure op te lopen of om ziek te worden. Met een dochtertje van 8 maand is die blessures vermijden nog zo simpel niet, al eens een houten lama op je teen gehad? Maar bij die voorbereiding hoort dus ook de halve marathon van Kasterlee. Ideaal om helemaal in de Hel modus te komen. Voor mij ook de kans om revanche te nemen op die Kenianen die me helemaal zoek liepen in Amsterdam. Dat ze dat maar eens op mijn heilige grond in Kasterlee probeerden, maar kijk geen Kenianen aan de start, jammer. Ook geen Bart Boghs of Rik Thijs aan de start waardoor ik mijn kans schoon zag dat hiaat op mijn palmares op te vullen. Ik werd namelijk al 2x2de en 1x3de in de halve marathon. Het weer zat dan nog eens mee, regen en gure toestanden dus ik kon amper verliezen, hoogmoed dus. Na de start en de eerste modderstrook kon ik het scenario van een walk over al schrappen. We liepen met 4 op kop: Tom Van Rooj, een Spanjaard, een Fransman en mezelf. Tom Van Rooj kende ik nog van de Ekiden van vorig jaar toen we een 5 km tegen elkaar liepen. We liepen een mooi tempo doorheen de Kastelse velden en modder. Het was wel opletten voor schuivers maar ik had alles onder controle en ging hier toch geen risico’s nemen zeker. Maar dan na een kilometer of 14 bij het verlaten van het bos bij het opdraaien van de verharde weg, was mijn concentratie even weg en voor ik het wist schoof ik op de laatste 20cm bosondergrond recht op de asfalt onderuit. Mijn wielerreflexen kwamen onmiddellijk weer boven drijven. Maar na even naar mijn drinkbus en fiets gezocht te hebben besloot ik toch maar verder te lopen. Nu kan je dat heldhaftig noemen, je kan daar zelfs één of andere sportquote aan koppelen en zeggen: why do we fall down enzo. Maar eerlijk als ik ben was het vooral schaamte dat me deed verder lopen, er stond daar zeker 25 man te kijken in die bocht en ik ga daar languit op het asfalt. Ik dus even terug in de achtervolging en even de schade opmeten. Mijn knie bloede, mijn heup wrong wat tegen mijn pols deed pijn en mijn orca armstuk was gescheurd. Ik liep terug naar voren maar had het gevoel nogal houterig te lopen. Nu normaal voelt het bij mij soepel aan en ziet het er houterig uit dus ik bedacht met dat nu het houterig aanvoelde ik misschien eindelijk die soepel uitziende loopstijl had. We kwamen in de laatste 5 km en op mijn terrein, het ruigere werk dus. Een paar keer op en af met nog wat zware Kempense ondergrond, meer had ik niet nodig om de kop te nemen en de gas open te draaien. Tom moest als eerste passen en even verder haakte ook de Fransman af. Enkel die Spanjaard bleek redelijk taai te zijn. We kwamen in de laatste kilometer en ik besloot het tempo niet meer te laten zakken, in een rotvaart de Van De Water garage door om nog iets te kunnen versnellen in de laatste rechte lijn. Helaas mijn vriend Pelayo kwam erop en erover met de overwinning aan de haal. De Fransman Florent Frenrich werd 3de. Geen schande om 2de te worden na een Spanjaard, Spanje licht dichter bij Kenia als België dus dat is logisch. Na in de douche het eerste vuil te hebben weggespoeld kon in de rode kruis tent het oplapwerk beginnen. Ik moest nog wel even wachten want er had iemand een kramp in zijn kuit en die moesten ze eerst masseren. De man genoot zichtbaar van zijn massage en was zelfs wat ontzet dat deze niet met happy end was. Hierna kon het betere schuurwerk beginnen, mijn vrouw nam al snel over van de rodekruis medewerker want uitschuren dat moet grondig gebeuren. De man keek wat vreemd als ik in mijn jas begon te bijten maar ja ik ken mijn vrouw nu eenmaal goed. Maar ik heb in al die jaren nog nooit een ontstoken wondje gehad dus credits to Valerie. 2 dagen later kan ik die klassieke wielerzin weer boven halen: het zijn gelukkig maar schaafwonden. Al ben ik vooral verbaasd over de omvang van die schaafwonden. Ik heb in mijn wielercarriere al eens een Spaanse rotonde gemist tegen 70 en dan had ik minder schade als nu, maar ik bekijk dat als een compliment dat ik toch verdekke hard moet gelopen hebben toen ik onderuit ging.
Volgende week het strand op met de fiets: Beachrace De Panne
2 Reacties
|
Archives
Januari 2020
Categories |