Na mijn Belgische titel was het vooral zaak om mijn voetjes op de grond te houden: Mijn vrouw en ik hadden al een driekleur aan onze gevel gehangen, ik nam de telefoon op met de woorden: Goeiemorgen met de Belgische kampioen duathlon en ik had bijna de contouren van het Belgische land laten tatoeeren onder mijn arm. Het beste wat je dan kan overkomen is eens goed op je doos krijgen, triathlon is daar uitermate geschikt voor omdat er daar al eens gezwommen wordt en dat niet meteen mijn sterkste punt is. Zo gebeurde het dat ik zondag om 13uur in het albertkanaal lag met een pak lotgenoten. Of dat niet koud was? Dat viel nog mee aangezien ik door mijn sponsor Orca over een topwetsuit beschik. Hoewel sponsor eerder werkgever is, maar dat terzijde. Die topwetsuit heeft trouwens de naam Predator wat mij dan meer doet denken aan die film waar ik als kind weken niet van kon slapen. In het water was ik allesbehalve een Predator, maar ik snap dat je als producent van wetsuits met een naam als Plankton niet veel pakken gaat verkopen. Ik bewees vooral dat je met zo een top pak ook traag kan zwemmen. Die kilometer zwemmen was dus geen succes. Ik ga daar niet te veel woorden aan vuil maken. Ik verloor meer als 5 minuten en was vooral content dat ik naar mijn fiets kon lopen. Deze liep ik dan nog voorbij aangezien mijn helm op de grond lag. Op de fiets ging het mij beter af, langs het kanaal ging het toch wat vlotter als in het kanaal en zo begon ik aan een inhaalrace. Ik kwam als 97ste op de fiets en reed vlot naar de top-20. Van dan af ging het inhalen iets moeilijker, al kreeg ik hoop toen ik op het einde van de 100km fietsen ploegmaat Wouter zag rijden, toch een voordeel die fluo helmen. Wouter, ik verdenk hem ervan kieuwen te hebben zat sowieso in de kop van de wedstrijd dus ik was maar wat blij dat ik voor de wissel kon aansluiten bij zijn groepje. Mijn schoenen vond ik vlotter als mijn fiets, aangezien ik nieuwe witte scott racerockers ter beschikking heb. Ik liep meteen naar de 6de plaats en kreeg het gezelschap van de Oekrainer Anton Blokkin. Ik mag wel Anton zeggen na 10km samen lopen. We liepen Tom Van de Keere nog voorbij en streden zo voor een 5de plek en dus ook voor het laatste beetje prijzengeld. We gingen samen de laatste kilometer in toen ik besefte dat ik nog nooit had moeten spurten op het einde van een wedstrijd. De Birger Leys tactiek om als eerste aan te zetten blijkt in het lopen toch minder goed uit te pakken. Ik werd dus 6de en Anton ging met de laatste Roebels aan de haal. Wat ik geleerd heb na mijn eerste triathlon van het jaar, niet bijzonder veel. Dat ik nog wat zwemervaring mis, dat ik snel kan fietsen (41.5gem) en vervolgens nog goed kan lopen. De triathlonkop is eraf, volgende afspraak is de halve triathlon van Leuven. Naar het schijnt nog meer zwemmen als in Bilzen…
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Archives
Januari 2020
Categories |